De oorzaak van ME is nog niet duidelijk, maar er zijn wel allerlei problemen in het lichaam gevonden bij ME patiënten. Zo is zichtbaar in onderzoeken dat de stofwisseling hapert en dat dit niet komt door bijvoorbeeld deconditionering. Net zoals bij andere ziektes, waaronder auto-immuun ziektes, werken de energiefabriekjes bij ME patiënten niet goed en sterven spiervezels mogelijk af. En zonder levende spiervezels met werkende energiefabriekjes is er niet voldoende energie productie om je activiteiten te kunnen doen. Daardoor hebben veel ME patiënten last van energieloosheid en uitputting. In dit artikel DEEL 2 (van 4) over de ‘energieproductie’.

Noot

Let op! Dit artikel (in 4 delen) lijkt uitgebreid en allesomvattend, maar bevat nog altijd een ietwat ‘simplistische weergave’ van ons energiesysteem waarover nog veel meer te zeggen en te leren valt.

Energieproductie – in 4 delen

  1. De energiesystemen
    Er zijn 3 systemen in ons lichaam die energie maken voor ons.
  2. Het metabolisme (hieronder)
    Hoe worden voedingsstoffen omgezet in energie?
  3. Inspanning
    Wat gebeurt er in het lichaam bij inspanning?
  4. Problemen bij energieproductie
    Bij ME patiënten kunnen een paar dingen misgaan bij de energieproductie.

Het metabolisme

  • Ons lichaam bestaat uit 30-37,2 biljoen cellen.
  • Elke cel in ons lichaam bevat cytoplasma en meerdere mitochondriën.
  • In het cytoplasma vindt de glycolyse (de oplader) plaats
  • En elke mitochondrie is 1 energiefabriekje.

Er zijn dus heel erg veel energiefabriekjes in ons lichaam (in ruim 30 biljoen cellen elk meerdere fabriekjes) die via een uitgebreid proces energie maken voor ons!

De stofwisseling in 6 stappen

  1. Je neemt voedingsstoffen tot je.
    Koolhydraten worden in je lichaam glucose.
    Vetten worden in je lichaam vetzuren.
    Eiwitten worden aminozuren.


  2. De voedingsstoffen gaan naar je cellen.
    Bijvoorbeeld spiercellen of breincellen.


  3. Je hebt biljoenen cellen en elke cel heeft meerdere opladers en fabriekjes
    In de cellen worden de voedingsstoffen opgeslagen en/ of omgezet of verbrand in energie.


  4. Opladers zetten continue glucose om in energie (2 energie-eenheden)
    (+ eventueel kan een paar minuten van het ‘afvalproduct’ lactaat nog extra energie worden gemaakt – 15 energie-eenheden)


  5. citroenzuurcyclusFabriekjes verbranden glucose en vetzuren tot energie (35-129 energie-eenheden)
    Bij rustige activiteiten worden voornamelijk vetzuren verbrand tot energie – minder efficiënt, kost veel én levert veel energie op (129 energie-eenheden).
    Bij inspannende activiteiten worden voornamelijk glucose verbrand tot energie – efficiënt, maar levert iets minder op (35 energie-eenheden).


  6. Stress-systeem kan eventueel extra leveren
    Voor de verbranding in de fabriekjes heb je nodig: Brandstof (glucose en vetzuren), zuurstof (inademen), warmte (lichaamstemperatuur).
    Wanneer de glucose op dreigt te raken tijdens een intensieve activiteit, dan kan het stress systeem nog wat extra glucose produceren uit vetzuren en aminozuren (eiwitten in spiervezels).

Spiercellen met spiervezels

Nog een paar extra ‘weetjes’ die je kunnen helpen het metabolisme te begrijpen:

  • Om in beweging te komen moeten onze spieren energie maken
  • In onze spieren zitten verschillende soorten spiervezels (wel 7 – ik noem er 3)
  • We hebben spiervezels die ‘fabriekjes‘ bevatten (type 1 vezels) – ‘langzame spiervezels’
  • We hebben spiervezels die ‘opladers‘ bevatten (type 2X vezels) – ‘snelle spiervezels’
  • We hebben spiervezels die ‘fabriekjes’ en ‘opladers‘ bevatten (type 2A vezels) – ‘hybride spiervezels’
  • Je nek en rug bevatten veel type 1 vezels om je rechtop te houden bij zitten/staan – ‘rustige activiteit’
  • Meestal hebben we van type 1 en type 2 (A + X) ieder 50%

Onderzoek Long Covid & spiervezels

  • Long Covid patiënten hebben echter meer type 2X spiervezels en type 1 spiervezels zijn ‘gestorven’
  • Dit geldt voor ME patiënten waarschijnlijk ook
  • Met lichte activiteiten kunnen de type 1 spiervezels wel gemaakt worden
  • Met zware inspanning dood je de type 1 spiervezels juist
Noot

Wanneer lichte oefeningen onder je grens betekent dat je je tenen kunt wiebelen om wat type 1 vezels aan te maken, dan dood je dezelfde type 1 vezels weer zodra je naar het toilet gaat – wat dan een zware inspanning is.

Bekijk de uitleg van het onderzoek naar spiervezels bij Long Covid Patiënten door dr. Appelman en dr. Wüst: https://www.youtube.com/watch?v=c1h8bIXb0_E


Onderdelen metabolisme

Brandstof

Alle voeding die wij tot ons nemen zijn grondstoffen voor de energieproductie.
bloedbaan - glucose en zuurstofDe voedingsstoffen als grondstoffen worden (afbeelding: de kleine vrachtwagentjes)

  1. direct naar onze opladers en onze energiefabrieken gebracht OF
  2. worden eerst opgeslagen in de opslag van ons lichaam.

Vetzuren worden veelal eerst opgeslagen.
Eiwitten gaan veelal eerst naar de opbouw van ons lichaam en ons herstel.
Glucose gaat meestal direct naar de opladers (op het fabrieksterrein – de cel) toe en wordt voor de oplader en de fabriek tijdelijk opgeslagen in opslagcontainers.


Opslag glucose

Als de glucose aankomt bij de fabriek wordt het even opgeslagen (opslagcontainers).

Het ligt er niet lang, maar wordt snel gebruikt voor de oplader.
De opslagcontainers bevatten brandstof voor 35-40 minuten energie.


Oplader

Vanuit deze kortdurende opslag gaat het naar de oplader waar het wordt omgezet in energie en pyruvaat.

Het pyruvaat wordt op twee manieren gebruikt.

  1. Pyruvaat wordt omgezet in lactaat (melkzuur). Dit kan, als er voldoende zuurstof is om e.e.a. te neutraliseren, weer gebruikt worden als grondstof voor de oplader om energie van te maken.
  2. Pyruvaat gaat via een kraan de fabriek in en wordt in de kraan omgezet in co-enzym A. Dit enzym kan in de fabriek weer omgezet worden tot energie.

citroenzuurcyclusEnergiefabriek

In de fabrieken worden de grondstoffen (glucose en vetzuren) ‘verbrand’ tot energie (ATP).

Daarvoor is een grondstof, warmte en zuurstof nodig. Verbranding bestaat immers altijd uit deze 3 componenten: brandbare stof, warmte en zuurstof. De warmte is in de fabrieken aanwezig (lichaamstemperatuur), de grondstoffen (glucose en vetzuren) worden aangevoerd na het eten en ook de zuurstof word aangevoerd door ademhalen.

Je fabriek werkt (onder je anaerobe drempel) altijd op een rustige stand en gelijktijdig met je oplader. In die stand is er tijd en ruimte om, naast glucose waar de fabriek een voorkeur voor heeft, ook vetzuren te verbranden in de fabriek. Vetzuren worden ook gebruikt als de glucose opslag leeg is (na ongeveer 30-45 minuten).

Noot

Vetzuren kunnen niet goed door de bloed-hersen barrière dus er is altijd voldoende glucose nodig om je brein te laten functioneren.


Vetzuren

Als er glucose ‘overblijft’ dan wordt het (met insuline) omgezet in vetzuren en opgeslagen. Ook uit voeding worden vetzuren gehaald en opgeslagen.

Uit de vetopslag (die veel groter is dan de glucose opslag) worden met kruiwagens (L-carnitine) vetzuren naar de mitochondriën gebracht om daar verbrand te worden.

Vet verbranding is een lastiger proces en kost meer energie dan glucose verbranding, maar het levert uiteindelijk wel meer energie op dan je met glucose kunt maken.


Zuurstof

Er is meer zuurstof nodig voor vetverbranding dan voor glucose verbranding. Met je ademhaling krijgt je lichaam ruimte om voldoende zuurstof naar de fabriekjes te brengen zodat je energie kunt halen uit de vetzuren.

Je lichaam zal wel eerst de glucose voorraad opmaken (dat is immers makkelijker om te gebruiken), maar je gaat vervolgens over op de voorraden vetzuren.

 

Afbeelding: 
1. De bloedbaan met daarin het transport van glucose en vetzuren + het transport van zuurstof
2. De cel met daarin ‘de oplader’ voor de glycolyse, ‘de fabriek’ voor de citroenzuurcyclus en ‘de accu’ -> glucose, vetzuren en zuurstof komen de cel binnen en bewandelen ieder een ander pad om uiteindelijk energie te worden.
3. Rechtsboven: eiwitten in de spieren & vetzuren in de vetopslag worden door cortisol aangetrokken en via het bloed naar de cel gebracht.


 

 

Elzemarij ‘t Hart

Coach, Therapeut & Trainer.
Oprichter Instituut voor Persoonlijke Coaching

Ik begeleid sinds 2008 professionals met levensvragen, stress en/ of (chronische) ziekte.

Op dit moment geef ik af en toe nog supervisie of therapie. Loop jij vast? Je mag altijd contact met mij opnemen, dan laat ik je weten of ik, binnen mijn energielevel, iets voor je kan betekenen. Of ik vertel je met heel veel liefde over één van mijn geweldige collega’s en koppel je dan graag.


De oorzaak van ME is nog niet duidelijk, maar er zijn wel allerlei problemen in het lichaam gevonden bij ME patiënten. Zo is zichtbaar in onderzoeken dat de stofwisseling hapert en dat dit niet komt door bijvoorbeeld deconditionering. Net zoals bij andere ziektes, waaronder auto-immuun ziektes, werken de energiefabriekjes bij ME patiënten niet goed en sterven spiervezels mogelijk af. En zonder levende spiervezels met werkende energiefabriekjes is er niet voldoende energie productie om je activiteiten te kunnen doen. Daardoor hebben veel ME patiënten last van energieloosheid en uitputting. In dit artikel DEEL 1 (van 4) over de ‘energieproductie’.

Noot

Let op! Dit artikel (in 4 delen) lijkt uitgebreid en allesomvattend, maar bevat nog altijd een ietwat ‘simplistische weergave’ van ons energiesysteem waarover nog veel meer te zeggen en te leren valt.

Energieproductie – in 4 delen

  1. De energiesystemen (hieronder)
    Er zijn 3 systemen in ons lichaam die energie maken voor ons.
  2. Het metabolisme
    Hoe worden voedingsstoffen omgezet in energie?
  3. Inspanning
    Wat gebeurt er in het lichaam bij inspanning?
  4. Problemen bij energieproductie
    Bij ME patiënten kunnen een paar dingen misgaan bij de energieproductie.

Drie energiesystemen

Om iets te kunnen doen heb je energie nodig. Ons lichaam maakt deze energie van het voedsel dat we eten.

Er zijn 3 energiesystemen in ons lichaam die ons voorzien van energie om activiteiten te ondernemen.

  1. ATP-CP systeem, creatine & ATP cyclusAccu
  2. Anaeroob systeem, glycolyse – Oplader
  3. Aeroob systeem, glycolyse + citroenzuurcylusenergiefabriekjes 

De accu – voor de eerste 2 minuten energie

Het eerste systeem = de accu
AT-CP systeem.

De accu heeft opgeslagen energie voor de eerste 15 seconden tot max 2 minuten dat er extra energie nodig is. Als je bijvoorbeeld op een bankje in het bos zit en je staat op om je stevige wandeling (waarbij je net een beetje sneller gaat ademhalen) te vervolgen dan is er extra energie nodig en komt er eerst energie uit deze accu, zodat de andere 2 systemen even tijd hebben om goed verder op te starten en te versnellen.


De oplader – voor rustige activiteiten & voor snelle energie

Het tweede systeem = de oplader
Anaeroob systeem – 2-32 energie-eenheden

De oplader levert continue snel energie zonder dat je zuurstof nodig hebt voor de verbranding, maar levert niet heel veel energie. De oplader gebruikt glucose om 2 energie-eenheden en 2 eenheden pyruvaat van te maken.

Het pyruvaat kan de eerste 1-5 minuten gebruikt worden om te worden omgezet in lactaat (melkzuur). Dit lactaat (2 lactaat-moleculen per glucose-molecuul) wordt hergebruikt als nieuwe energiebron (afbeelding: paarse pijl) om nog, per lactaat-molecuul 15 dus in totaal 30 energie-eenheden te maken.
Behalve als er te weinig zuurstof is (afbeelding: cirkel met O2)
om het lactaat te neutraliseren – dan verzuren
je spieren. Dit laatste gebeurt zodra de inspanning zo
groot is dat de zuurstof naar de fabriekjes gaan. Je
moet dan wel iets rustiger aan gaan doen.

Ook levert de oplader energie zodra er niet meer voldoende zuurstof in je cellen kan worden opgenomen om energie van te maken. In recent onderzoek is gezien dat er geen (of minder) zuurstof in de spiervezels aanwezig is. Mogelijk verklaart dit lage zuurstof gehalte een ander onderzoek waarbij een groep patiënten alleen (of voornamelijk) energie kreeg vanuit de oplader en dat deze patiënten daarbij verzuring hadden ervaren.


citroenzuurcyclus

De energiefabriekjes – voor langdurig en veel energie

Het derde systeem = de energiefabriekjes
Aeroob systeem – 35-129 energie-eenheden

Het duurt wat langer voor de fabriekjes zijn opgestart en het proces is wat trager. De fabriekjes hebben veel zuurstof nodig, maar leveren dan wel veel energie.

Vanuit de oplader gaat een restproduct van glucose (pyrodruivenzuur/pyruvaat) een kraantje in naar de fabriek en wordt dan co-enzym A. Co-enzym A wordt zo de fabriek in gebracht (afbeelding: druppels bovenaan) en in de fabriek omgezet in 35 energie-eenheden.

Daarnaast worden met kruiwagens ook vetzuren
binnengebracht (afbeelding: kruiwagens rechts) en
omgezet in 129 energie-eenheden.

De glucose/ vetzuren worden met zuurstof en
warmte verbrand en er komt dan energie vrij. Dit
proces heet de ‘citroenzuurcyclus’.

Glucose verbranding kost wat minder energie dan de vetzuurverbranding. De fabriek heeft dan ook de voorkeur om glucose te verbranden. Uit vetzuren krijg je echter dan weer meer energie ook al duurt dit proces wat langer. De fabriek is minder efficiënt dan de oplader.

Daardoor is het afhankelijk van je conditie hoe groot de inspanning is die je ermee kunt leveren. Met een lage conditie is zitten en niets doen het hoogst haalbare, maar met een goede conditie kan snelwandelen ook een optie zijn. En met een zeer goede conditie kun je er ook een tijdje sporten (bijvoorbeeld hardlopen) mee volhouden. 

Noot

Het tweede systeem (de oplader) en derde systeem (de fabriekjes) functioneren constant gelijktijdig.
Afhankelijk van de zwaarte van je activiteit levert het ene systeem of het andere systeem een grotere bijdrage.

Samenvatting & Voorbeelden

Accu

De accu heeft opgeslagen energie voor de eerste 15 seconden tot max 2 minuten


Paar minuten energie

Oplader

De oplader levert continue snel energie zonder dat je zuurstof nodig hebt voor de verbranding, maar levert niet heel veel energie.


Continue een beetje energie
(+ eerste paar minuten van zware inspanning extra energie die efficiënt gemaakt kan worden)

citroenzuurcyclus

Fabriekjes

Het duurt wat langer voor de fabriekjes zijn opgestart en het proces is wat trager. De fabriekjes hebben veel zuurstof nodig, maar leveren dan wel veel energie.


Langdurig veel energie
(maar inefficiënt waardoor het afhankelijk is van conditie hoeveel inspanning je ermee kunt leveren)


Bij het starten van een activiteit óf het plots intensiever gaan bewegen komt er eerst energie uit onze ‘accu’ (eerste systeem) waarin energie ligt opgeslagen. Zo krijgen de andere systemen tijd om op te starten.

Glucose wordt in de ‘oplader’ (tweede systeem) snel omgezet in een beetje energie. Het is snel, maar levert niet veel energie. Maar tijdens rustige activiteiten óf de eerste minuten van een intensieve activiteit helpt het om op te starten en in beweging te komen.

De ‘energiefabriekjes’ (derde systeem) gebruikt bij activiteiten met een lagere intensiteit vooral vetzuren om te verbranden naar energie. De vetverbranding is wat trager en levert minder snel energie op dan glucoseverbranding.

Zodra je dus een intensieve activiteit gaat doen gaat het derde systeem, de fabriek, over op de verbranding van glucose door het restant pyrodruivenzuur uit het tweede systeem te halen en daar veel energie van te produceren.

Voorbeelden

Noot

Let op! De hieronder beschreven voorbeelden gaan over een ‘gezonde toestand’ van het lichaam. Voor ME patiënten kan koffie drinken namelijk al een ‘matig intensieve activiteit’ zijn.

Voorbeeld 1 – Rustige activiteit

Zit je dus rustig op de bank een boek te lezen, koffie te drinken, tv te kijken of te tekenen dan:

Oplader -> glucose uit je bloed en uit de ‘opslagcontainer’ (die bij de oplader staat) maakt energie (2 ATP) voor je activiteit én om de accu aan te vullen.

Er is voldoende zuurstof (want je doet een rustige activiteit) en die zuurstof neutraliseert het lactaat uit de oplader. Het lactaat word weer brandstof die de oplader gebruikt voor nog meer energie (15 ATP).

Bij de oplader is een opslagcontainer met glucose voor 30-45 minuten energie. Als deze op is kun je, met deze rustige activiteit, op de vetzuren door blijven functioneren.

Energiefabriek -> Zolang er voldoende zuurstof is gaat de kraan van de oplader open en stroomt het pyruvaat richting de fabriek en wordt co-enzym A. De fabriek maakt er energie van (35 ATP)

Energiefabriek -> Er worden vetzuren met kruiwagens naar de fabriek gebracht en er wordt zuurstof uit je bloed gehaald, zodat het kan worden omgezet/verbrand tot energie (129 ATP).

 


Voorbeeld 2 – Matig intensieve activiteit

Ga je een stevige wandeling maken dan ga je een beetje sneller ademen, omdat er wat zuurstof tekort begint te ontstaan.

De oplader schiet nu écht aan en gaat aan de slag om, zeker 35-40 minuten, meer (2-32) energie te maken van glucose en van de lactaat die uit het proces komt.

De vetzuurverbranding in de energiefabriekjes komt op een iets lager pitje, want glucose verbranding heeft altijd de voorkeur voor het lichaam.

De kraan van de oplader naar de fabriekjes gaat wat vaker en meer open en de energiefabriekjes gaan wat meer (restproduct van) glucose verbranden. Dat gaat veel sneller dan vetzuur verbranding, maar levert wel iets minder (35) energie op.

Na 35-40 minuten, als de opslagcontainers leeg zijn, is er nog cortisol, een hormoon, in het lichaam dat helpt om vetzuren en eiwitten om te zetten naar glucose voor de oplader. Je lichaam gaat daarvoor meer cortisol aanmaken, je ‘stress-systeem’ is dus nu ook aan de slag!


Voorbeeld 3 – Zware activiteit

Ga je hardlopen dan is er echt een zuurstof tekort voor de fabrieken. Je gaat nu hijgen om meer zuurstof te krijgen in je bloed.

De energiefabrieken werken steeds meer op een lager pitje omdat er minder zuurstof is (ondanks je snelle ademhaling) en de oplader doet nu vooral het werk. Het laadt je net voldoende op om je taak te volbrengen. Je houdt hardlopen dus niet eeuwig vol omdat de energiereserves langzaam leeg lopen.

  • Er is niet voldoende zuurstof om het afvalproduct lactaat te neutraliseren en je spieren gaan verzuren.
  • Er wordt voornamelijk nog glucose gebruikt.
  • Ook eiwitten kunnen omgezet worden in glucose om zo omgezet te worden in energie.

Als je lang genoeg doorgaat kom je hem tegen: ‘de man met de hamer’.
De glucose in je lichaam is op en kan ook niet meer snel genoeg gemaakt worden uit vetzuren/ eiwitten, er is niet voldoende zuurstof meer dat opgenomen kan worden in de energiefabrieken en je oplader heeft geen glucose meer om je mee op te laden.
Je valt neer…
Een suiker drankje helpt dan om weer glucose in je bloed te brengen, zodat je oplader weer aan de slag kan en vervolgens ook de energiefabrieken weer wat kunnen doen met de zuurstof die nog wel je bloed in komt.

 

Afbeelding: 
1. De bloedbaan met daarin het transport van glucose en vetzuren + het transport van zuurstof
2. De cel met daarin ‘de oplader’ voor de glycolyse, ‘de fabriek’ voor de citroenzuurcyclus en ‘de accu’ -> glucose, vetzuren en zuurstof komen de cel binnen en bewandelen ieder een ander pad om uiteindelijk energie te worden.
3. Rechtsboven: eiwitten in de spieren & vetzuren in de vetopslag worden door cortisol aangetrokken en via het bloed naar de cel gebracht.


 

 

 

Elzemarij ‘t Hart

Coach, Therapeut & Trainer.
Oprichter Instituut voor Persoonlijke Coaching

Ik begeleid sinds 2008 professionals met levensvragen, stress en/ of (chronische) ziekte.

Op dit moment geef ik af en toe nog supervisie of therapie. Loop jij vast? Je mag altijd contact met mij opnemen, dan laat ik je weten of ik, binnen mijn energielevel, iets voor je kan betekenen. Of ik vertel je met heel veel liefde over één van mijn geweldige collega’s en koppel je dan graag.