Aandacht
Wortels (Identiteit) – Eigenschappen

Niet geliefd voelen

Tegenover mij zit een een ietwat verlegen en timide vrouw. Ze vertelt me over de reden dat ze hulp heeft gezocht en wat ze graag uit het traject met mij zou willen halen. Tijdens dit uur komt er direct al een stukje van haar pijn los. Ze vertelt dat ze de problemen heeft waar zij tegenaan loopt doordat haar moeder nooit van haar heeft gehouden. Haar moeder had blijkbaar wel altijd veel van haar zusje gehouden, maar nooit van haar.

Ik vraag haar waaruit zij op heeft gemaakt dat haar moeder niet van haar hield, want mijn ervaring is ondertussen dat het niet vaak voorkomt dat een moeder écht niet van haar kind houd. Vaak ligt het meer aan een onvermogen, een niet juist kúnnen handelen, waardoor een kind zich niet geliefd voelt. “Mijn zusje zegt dat zij wel liefde van mama heeft gekregen en zij heeft ook een hele goede band met mijn moeder. Maar tegen mij zei ze nooit dat ze van me hield dus bij mij was het blijkbaar anders”, vertelt de vrouw tegenover mij.

Een verhaal zoals hierboven kom ik regelmatig tegen in mijn praktijk. En de kans is zeer groot dat al deze moeders wel van hun kind hebben gehouden, maar niet de juiste manier hebben gevonden om dat te uiten.

Verschillende manieren

We hebben allemaal een eigen manier waarop wij ons het meest geliefd voelen. De één voelt zich super geliefd als er ‘ik hou van jou’ gezegd wordt, maar voor een ander hebben deze woorden veel minder waarde. Een ander voelt zich juist weer super geliefd als je samen kwaliteitstijd hebt en bijvoorbeeld een wandeling met goed gesprek samen hebt. Weer een ander voelt zich juist geliefd als er geknuffeld wordt.

En andersom werkt het ook zo. Als jij je het meest geliefd voelt als er ‘ik hou van jou’ wordt gezegd dan zal je dit ook snel zeggen tegen anderen waar jij écht van houdt. Je hebt een ‘overtuiging’ dat liefhebben betekent dat je dit hardop uitspreekt en dus zal jij automatisch je liefde via woorden uitdrukken.

In het verhaal van de dame in het voorbeeld hierboven kwamen we later in het traject tot de ontdekking dat haar moeder elke dag even een rondje ging wandelen en om de beurt mocht één van de kinderen mee. En precies dat was hetgeen waardoor haar zus zich zo geliefd voelde door haar moeder. Haar zus voelt zich vooral geliefd als er onverdeelde aandacht voor haar is. Aan de andere kant sprak haar moeder nooit de woorden ‘ik hou van jou’ uit en juist door woorden voelt deze dame zich geliefd. Haar moeder voelt zich ook geliefd door onverdeelde aandacht en gaf dit dus ook automatisch aan haar kinderen. Haar ene dochter voelt zich daardoor ook geliefd en haar andere dochter had eigenlijk iets anders nodig.

De toekomst

Gelukkig had deze dame een hele goede relatie verder met haar moeder en kon ze goed met haar praten. Nadat zij haar moeder hierover had ingelicht ging haar moeder oefenen met het regelmatig zeggen met woorden dat zij van haar dochter houd. Dit lukt niet in elke situatie.

Soms zijn ouders al overleden, soms is er geen goede relatie en soms lukt het ouders niet, ook al weten ze hoe het in elkaar zit, om op een andere manier dan ze gewoon zijn hun liefde te uiten. Soms is veranderen niet meer mogelijk. Dan is het belangrijk dat je hier begrip voor krijgt, je ouders vergeeft en op je eigen benen gaat staan.

Acties

• Maak het werkblad

Aandacht
Wortels (Identiteit) – Eigenschappen

Het verhaal van de eend en de eekhoorn

De eend liep al dagen door het bos. Hij mijmerde en twijfelde. Al dagenlang voelde hij twijfel en een ‘vaag gevoel’. Hij had het gevoel dat er meer mogelijk moest zijn in zijn leven en dat er iets niet klopte. Maar hij kon echt wel lopen, die competentie had hij de afgelopen tijd goed ontwikkeld en uitgebreid.

Terwijl de eend om zich een keek zag hij op een gegeven moment de eekhoorn die heerlijk door de bomen heen sprong en elke boom in en uitklom. De eekhoorn zag er super gelukkig uit. De eend vroeg aan de eekhoorn hoe het met hem ging en of hij gelukkig was en de eekhoorn bevestigde dit. “Ik ben heerlijk aan het klimmen en klauteren en springen door de bomen. Het is leven is hecht goed”. “Heb je geen twijfels over je leven?” vroeg de eend? “Nee, absoluut niet!” zei de eekhoorn, “ik weet zeker dat ik doe wat ik moet doen”.

De eend dacht erover na om ook in de bomen te gaan klimmen en van de ene tak naar de ander te gaan springen. Maar toen hij het uitprobeerde lukte het niet goed en hij voelde zich nog veel vervelender dan toen hij nog door het bos liep.

Wat doe jij?

Veel mensen ervaren dit in hun leven. Je hebt je werk, je doet het eigenlijk best goed en je hebt leuke collega’s, maar je vraagt je toch af of dit het is in je leven. Je twijfelt of je wel doet wat je zou moeten doen. Wil je niet eigenlijk iets anders?

Wat veel mensen dan doen is om zich heen kijken naar andere mensen die wel gelukkig zijn. Ze richten hun focus op iemand waar ze tegenop kijken en niet veel later willen ze ook doen wat diegene doet. De ander is gelukkig en heeft het gemaakt en dat willen wij ook. We hopen dat als wij datzelfde doen wij ook gelukkig zullen worden.

De kans is echter best groot dat je teleurgesteld zult raken en dat het je niet lukt.

Wat dan…?

Hoe kun jij datgene gaan doen wat je gelukkig maakt? Dat je net als de eekhoorn het gevoel hebt dat je doet wat je moet doen en je je daarover zelfverzekerd voelt. Geen twijfel meer en ‘vaag gevoel dat er iets niet klopt in je leven’.

Als je naar de eend kijkt weet je het wel: de eend zal zich veel prettiger voelen in het water dan in het bos of in de boom! In die omgeving kan hij datgene doen waarmee hij geboren is: zwemmen!

In welke omgeving voel jij je het meest prettig? Welke omgeving motiveert jou?
In welke omgeving kun jij jouw eigenschappen volledig inzetten (zie vorig onderwerp)?

Acties:

• Maak het werkblad